zaterdag 31 mei 2008

Meerderheid Nederlandse militairen vindt missie in Uruzgan niet nuttig

Meer dan de helft van de Nederlandse militairen die naar Afghanistan zijn geweest vindt de missie niet zinvol. Ze voelen zich ook niet gesteund door de politiek en de Nederlandse bevolking. Ze vinden bovendien dat de politici weinig kennis van zaken hebben.

Dat blijkt uit een enquête die is uitgevoerd door bureau Synovate in opdracht van NOVA onder de leden van de militaire vakbonden ACOM, VBM/NOV, NVO en KVMO. In totaal vulden 261 militairen de vragenlijst in.

Het onderzoek van Synovate, dat donderdag bekend werd gemaakt, werd uitgevoerd onder officieren en onderofficieren van de Luchtmacht, Landmacht en Marine. De vier vakbonden vertegenwoordigen meer dan 45.000 militairen in Nederland.

In de enquête werd aan de soldaten onder meer gevraagd naar hun werk in Afghanistan en Irak, de steun vanuit Nederland en naar de kwaliteit van hun uitrusting.

Volgens Jan Kleian voelen de soldaten zich beperkt omdat ze niet op terroristen mogen jagen in Afghanistan.

Minister van Defensie Eimert van Middelkoop (ChristenUnie) zei in NOVA opnieuw dat de missie geduld vergt. Hij beweert dat hij zelf andere signalen van de militairen ter plaatse krijgt.

Uit de enquête onder officieren en onderofficieren blijkt dat minder dan een derde de missie in Uruzgan zinvol vindt.

Politiek
De officieren hebben een zeer negatief beeld van de berichtgeving in de media en van de kennis van politici over de situatie in Afghanistan.

Uit de enquête blijkt dat 73 procent van de militairen meent dat politici geen goed beeld hebben van de situatie.

Volgens voormalig legerbevelhebber Hans Couzy is dit heel erg, want dit gaat wel over de mensen die beslissen.

Van de militairen geeft 63 procent aan zich niet door de politiek gesteund te voelen in hun werk.

Voorzitter Jean Debie van de vakbond VBM/NOV zegt in NOVA dat hem dit “niet heeft verbaasd, omdat een aantal partijen een andere voorstelling van zaken geeft van de missie in Afghanistan dan daadwerkelijk tijdens de besluitvorming is gemeld”.

Minister-president Jan Peter Balkenende roept trouwens wel keer op keer de bevolking op om achter de militairen te staan wanneer hij weer heeft gezegd waarom hij van mening is dat Nederland aan de missie in Uruzgan mee moet doen.

Driekwart van de soldaten is van mening dat politici onvoldoende weten waarover ze praten.

Vorig jaar al kwamen er verhalen van soldaten naar buiten waarin ze aangevenn dat ze "gefrustreerd zijn over de politiek". Die zou de missie afschilderen als een "opbouwmissie" terwijl soldaten de missie ervaren als een "vechtmissie".

Defensie gaf daarop als antwoord, dat de missie door Defensie nooit een "wederopbouwmissie" is genoemd.

Omgeving
De enquête toont wel aan dat 67 procent van de ondervraagde militairen zich gesteund voelt door de directe omgeving.

Media
De officieren hebben een zeer negatief beeld van de berichtgeving in de media.

Bevolking
Weinig militairen, 34 procent, voelen zich gesteund door de Nederlandse bevolking.

Uitrusting
Van de deelnemers aan het onderzoek is 32 procent ontevreden over de eigen uitrusting; 36 procent is wel tevreden.

62 procent van de ondervraagde militairen geeft aan het geoorloofd te vinden om de uitrusting van Defensie aan te vullen met of te vervangen door eigen spullen. NOVA noemt dit “opvallend”.
52 Procent van de militairen meent dat de rustperiode tussen twee missies te kort is.

Irak
Aan het eind van de enquête werd de militairen ook gevraagd naar hun mening over de politieke steun die het kabinet Balkenende-I gaf aan de inval van de Amerikanen in Irak.

52 Procent van de ondervraagden geeft aan voorstander te zijn van een onderzoek naar de besluitvorming rond de inval in Irak. 45 Procent zegt dat niet nodig te vinden.

Voorzitter Jan Kleian van vakbond ACOM zegt in NOVA: “Wij krijgen uit de achterban bijna geen signalen van mensen die zeggen: “Ik heb moeite hoe dat hele politieke proces gelopen is.”

Kleina zegt dat de houding is: “Als de minister zegt “jij gaat”, dan ga je, maar dat het percentage zo hoog zou zijn had ik niet verwacht.”

Beperkt mandaat
Kleian, voorzitter van militaire vakbond ACOM, voelt zich door de uitkomsten bevestigd in zijn kritiek op politici die te veel “lopen te bakkeleien of het nu een opbouw- of vechtmissie is”.

Volgens hem zijn de militairen negatief over de missie, omdat ze in hun mogelijkheden beperkt zijn.

Hij zegt: "In tegenstelling tot de Amerikaanse militairen hebben de Nederlanders geen mandaat om actief op terroristen jagen. Ze hebben de opdracht het land te stabiliseren en wederopbouw mogelijk te maken."

''De jongens voelen zich met de handen op de rug gebonden. 'Net Srebrenica,' zeggen ze. Er is niets zo frustrerend als iets wel zien, maar niet mogen handelen,'' aldus Kleian.

Van Middelkoop
Minister Van Middelkoop zegt de uitkomsten moeilijk te kunnen duiden. Ze staan volgens hem haaks op de berichten die hij zelf van de militaire leiding in Uruzgan ontvangt.

Los daarvan is het volgens hem niet aan militairen maar aan de politiek om te bepalen of de missie zinvol is. En volgens hem is dit iets wat pas op de lange termijn beoordeeld kan worden.

Van Middelkoop zegt ook dat de uitkomsten niet overeenkomen met zijn eigen bevindingen en hij kan de cijfers maar moeilijk begrijpen.

“Deze uitkomsten staan haaks op mijn eigen waarneming. Militairen die ik spreek geven andere dingen aan. Ik kan de cijfers niet goed begrijpen. We moeten het voortdurend blijven uitleggen.”

Hij zei het “een zeer waardevol onderzoek” te vinden, maar dat “de politiek een beslissing neemt of een missie wel of niet zinvol is”.

“In het westen zijn we ongeduldig, juist de mensen die daar zitten en de situatie kennen, moeten weten dat het een kwestie van een lange adem is,” aldus de bewindsman die weer het “hebben van geduld” benadrukte.

Het ministerie van Defensie meet zelf maandelijks de publieke opinie over de missie in Afghanistan.

In mei bleek uit die steekproef onder 170 Nederlanders dat 38 procent voor de missie is. Een derde van de bevolking is tegen, en nog eens dertig procent vulde in er “geen mening” over te hebben.

Couzy
Voorzitter van de vakbond NVO, oud-bevelhebber Hans Couzy, noemde de uitkomsten van het onderzoek “erg zorgelijk”.

“Ik hoor de bazen voortdurend roepen hoe goed het gaat en hoe zinvol het is en dat iedereen het als zodanig ervaart. Maar als het dan anoniem gevraagd wordt, dan blijkt dat de waarheid anders is en dat de meerderheid het niet nuttig vindt. En dat is heel zorgelijk.”

De uitkomst van het onderzoek in PDF
http://www.novatv.nl/uploaded/FILES/Karin/80693rap3.pdf

Geen opmerkingen: